Wiegendood: wat is het en wat kan je eraan doen?
Tot ieders spijt sterven er jaarlijks nog meer dan honderd Belgische kindjes aan wiegendood. De exacte oorzaak blijft onduidelijk, maar het fenomeen krijgt al langer bijzondere aandacht. Als ouder kan je gelukkig het een en ander doen om wiegendood te voorkomen. In dit blog leggen we uit wat wiegendood is en welke preventieve maatregelen mogelijk zijn.
Betekenis van wiegendood
Wiegendood is een onverwachte en plotse vorm van kindersterfte in het wiegje. Het wordt ook wel SIDS (sudden infant death syndrome) genoemd. Wiegendood geeft met andere woorden niet de exacte oorzaak van het overlijden aan, maar net het feit dat er na een uitgebreid onderzoek geen duidelijk aantoonbare oorzaak is.
Oorzaken van wiegendood
Per definitie zijn de oorzaken van wiegendood onbekend. Toch heeft onderzoek aangetoond dat verschillende factoren statistisch gezien het risico op wiegendood verhogen. Hierbij spelen onder andere het geboortegewicht, een vroeggeboorte en het geslacht en de leeftijd een rol. Deze factoren zijn natuurlijk niet te beïnvloeden.
Daarnaast zijn er een aantal factoren waarbij wel preventieve maatregelen mogelijk zijn. Daarom wordt aangeraden om de temperatuur van de slaapruimte rond 18 °C te houden, niet te roken in de omgeving van de baby en de slaapruimte goed te ventileren. Ook het geven van borstvoeding zou de kans op wiegendood verkleinen. Daarnaast wordt aangeraden om jonge kinderen steeds in de buurt van de ouders te laten slapen zodat ze de ouders kunnen horen. Een co-sleeper kan bijvoorbeeld een goed idee zijn.
Hoe dan ook kunnen deze preventieve maatregelen het risico op wiegendood enkel verkleinen, maar kunnen ze het niet voorkomen. Jaarlijks sterven er nog steeds zo’n 100 tot 150 Belgische baby’s aan wiegendood (volgens de letter van de definitie: er is na een autopsie geen aanwijsbare doodsoorzaak).
Verhoogd risico op wiegendood
Van sommige kinderen wordt aangenomen dat ze een duidelijk verhoogd risico op wiegendood lopen, bijvoorbeeld omdat wiegendood eerder in het gezin voorkwam of omdat het kindje veel te vroeg is geboren. Dat is zeker het geval als een kindje tijdens de slaap vaak zweet, moeilijk wakker wordt of eerder al grauw en slap is aangetroffen. In dergelijke gevallen zal er een polysomnogramtest worden afgenomen en kan er eventueel een monitor worden meegeven die alarmeert wanneer het hartritme afwijkt of wanneer er te lange adempauzes zijn. Zo kan er tijdig worden ingegrepen. Sommige kinderopvangen weigeren kinderen met een monitor op te vangen dus informeer ook hier tijdig naar de mogelijkheden.